Zonder dieren geen levende tuin. In ons land is steeds minder ruimte voor vogels, vlinders en insecten. Veel bijen-, vlinder- en libellensoorten worden bedreigd met uitsterven. Een beetje groen in elke tuin is genoeg om ze te redden.
Onze tips:
1. Kies groen waar dieren van kunnen eten
Let bij het kiezen van bloemen en planten op nectar, geuren en kleuren en eetbare producten, zoals vruchten. Vogels, vlinders, bijen en andere insecten halen daar hun voedsel vandaan. Denk ook aan sterk geurende bloemen die de hele nacht open blijven en vleermuizen, nachtvlinders en andere insecten aantrekken.
2. En groen dat bescherming biedt
Struiken en bomen bieden dieren veilige beschutting en een plek om een nest te bouwen. Veel voedingsgewassen zijn meerjarig. Hoe ouder ze worden, hoe meer voeding en bescherming ze bieden aan dieren en insecten.
3. Jaag slakken niet weg
Slakken zijn niet zo populair. Toch eten de meeste soorten vooral plantaardig afval, zoals bladeren, dode insecten, schimmel en hout. Het zijn nuttige opruimers. En ze dienen weer als voedsel voor andere dieren in de tuin zoals vogels, muizen, egels en amfibieën.
4. Wespen tegen de muggen
Een wespennest verwijdert in 6 uur 2.500 vliegen en 650 langpoot- en steekmuggen. Alleen in augustus en september, als wespen overstappen naar zoet voedsel, kunnen ze last veroorzaken.
